Daniël Lakens (experimenteel psycholoog TU/e) haalt in De Psycholoog van december 2013 de (wetenschaps)journalistiek door de mangel, naar mijn idee ten onrechte. Via een inleidend omweggetje wil ik in deze blog uitleggen waarom.
Mediatraining
Hoe krijg je jouw wetenschappelijke onderwerp op een goede manier in het nieuws? Hoe trek je de aandacht van een journalist? Hoe zorg je ervoor dat jouw persbericht opvalt in die hele grote stapel persberichten die hij/zij iedere dag in de mailbox krijgt? Dat zijn een paar vragen waar we antwoord op proberen te geven tijdens onze mediatrainingen aan wetenschappers.
Nieuwscriteria
We leggen tijdens onze trainingen onder andere uit hoe het werkt ‘in de media’ en met nieuws, en wat nieuwscriteria zijn voor journalisten. We hopen wetenschappers daarmee een idee te geven van wat interessant nieuws kan zijn, zodat ze ons eerder kunnen tippen. Maar we hopen zo ook duidelijk te maken waarom de kop en de lead van een persbericht kort door de bocht en ‘populistisch’ zijn, ze moeten de aandacht trekken.
Deze slide met een overzichtje – niet uitputtend – van nieuwscriteria laten we zien als we uitleggen wat belangrijk is in de journalistiek:
Deal with it
We moeten op dit punt af en toe even door een discussie heen, voordat we verder kunnen met de training. Want wetenschappers zetten natuurlijk vraagtekens bij nieuwscriteria als deze. Sommigen zijn zelfs serieus verontwaardigd en vinden die criteria maar onzin, te simpel en te plat: ‘zo zou de journalistiek toch niet moeten werken!’
Het duurt dan altijd even – en het lukt niet altijd helemaal – om deze principiëlen ervan te overtuigen dat ze zich toch over die verontwaardiging heen moeten zetten. Deal with it, dit is gewoon zoals het is, zo werkt het nou eenmaal, en je er boos over maken gaat de journalistieke wereld – helaas – echt niet veranderen.
Pragmatisch
Meer pragmatisch is om te kijken of je deze kennis kunt gebruiken om de kans te verhogen dat jouw nieuws op een goede manier opgepikt gaat worden door de journalist. De rest van de mediatraining gaat dan ook over het formuleren van je belangrijkste (kern)boodschappen, en hoe je die het meest effectief naar voren kunt brengen tijdens een interview, zodat de kans groter wordt dat de journalist ook daadwerkelijk dat nieuws brengt dat volgens jou van het grootste belang is. Dat heb je als geïnterviewde namelijk grotendeels gewoon zelf in de hand. Als we wetenschappers daarvan kunnen overtuigen, en ze een beetje op weg kunnen helpen met hun (kern)boodschappen, dan hebben we een goede mediatraining gehad.
Imagoschade
En dat was dus die lange inleiding op mijn belangrijkste kritiekpunt op het opiniestuk van Daniël Lakens (@lakens), experimenteel psycholoog en universitair docent aan de afdeling Mens-Techniek Interactie van de TU Eindhoven in De Psycholoog van december 2013 ‘Wetenswaardige wetenschapsjournalistiek’.
Hij betoogt hierin dat de onkunde die sommige (wetenschaps)journalisten ten toon spreiden (ten aanzien van wat wel of niet wetenschapsnieuws is) onterecht tot imagoschade van de wetenschap leidt en onverantwoord is.
Hoewel ik zelf stiekem ook maar wat graag aan journalist- en journalistiek-bashing doe, is slachtofferrol van ‘de journalistiek/de media heeft/hebben het gedaan’ vaak ook gewoon een zwaktebod, iets waar ik met bovenstaand naar toe heb proberen te werken, en wat ik eerder ook in deze blog heb aangekaart ‘Deskundigen: hoe niet en hoe wel’.
Je kunt boos worden wat je wilt, maar – nogmaals – ‘de journalistiek’ ga je niet veranderen.
Ik denk dus eerder dat het tijd wordt dat wetenschappers leren zelf hun boodschap beter uit te dragen, en zou in deze context dan ook graag het betoog van Lakens ietwat willen verdraaien naar: ‘De onkunde die sommige wetenschappers ten toon spreiden ten aanzien van de media leidt onterecht tot imagoschade van de wetenschap en is onverantwoord’.
Tijd voor mediatrainingen!
PS @lakens, er is een groot verschil tussen ‘ journalisten die een stukje (moeten) schrijven over wetenschap’ en ‘wetenschapsjournalisten’, en je pakt in jouw verhaal precies de verkeerde groep aan. Echte wetenschapsjournalisten weten heus wel van hoed en rand en statistiek, het gaat vooral mis bij die algemene journalisten.
PPS Bloggen, ja graag! Zie onder andere www.leidenpsychologyblog.nl voor een mooi voorbeeld in het vakgebied van de psychologie.
PPPS Hetzelfde punt maakt collega en mede-mediatrainer @MichelvanBaal trouwens in zijn blog “Help, het publiek praat terug!” – Ja, maar tegen wie?
Op de LinkedIn-groep PWC – Platform Wetenschapscommunicatie heeft Arno Schrauwers een reactie geplaatst, waar ik weer op gereageerd heb:
arno schrauwers
Wie schrijft die blijft
Ik denk dat die Lakens een prima punt heeft. Daar heeft mediatraining helemaal niks mee van doen. Journalisten (ben/was er zelf een) tippelen toch vooral op leuk en spannend en aan corrigeren hebben ze een broertje dood. Heel soms wordt nog wel eens teruggeblikt wat er van die geweldige uitvinding/ontdekking destijds is terechtgekomen. Daarbij heeft Lakens het toch vooral over de ‘zachte’ wetenschap en daar is het toch een stuk moeilijker om ‘harde’ feiten boven water te krijgen dan bij natuurwetenschappen. Lakens, als ik hem goed gelezen heb, vindt dat wetenschapsjournalisten in zijn vakgebied vooral op zoek zijn naar leuke feitjes. Mediatrainingen helpen waar te verkopen, maar dat houdt niet in dat die waar ook goed is.
Mijn antwoord:
Ik ben het op zich niet oneens met de stelling dat journalisten vooral gemakzuchtig op zoek zijn naar leuke feitjes, daar maak ik als voorlieger dagelijks dankbaar gebruik van, en dat is natuurlijk ook een beetje het spelletje.
Maar Lakens wil naar mijn idee de regels van dat journalistieke spelletje veranderen omdat de uitkomst van het spel hem niet bevalt (terwijl het lijkt alsof hij die regels amper kent).
Of hij wil minimaal de spelers – de journalisten – de regels bijbrengen van een ander spelletje, namelijk die van de wetenschap. Maar die spelregels zijn voor journalisten helemaal niet interessant. Zij hebben er weinig tot geen belang bij dat ‘het publiek’ weet hoe het allemaal precies werkt in de wetenschap. Waarom zouden ze, het gaat toch leuk zo? [insert verwijzing naar discussie over wetenschapsjournalisten bij de NOS hier]
Wat naar mijn idee dan beter werkt, is zelf het journalistieke spelletje veel beter te gaan meespelen, door je goed in die regels te verdiepen. Dan kun je er in ieder geval voor zorgen dat de inhoud waarmee journalisten aan de slag gaan beter past bij jouw doel en jouw boodschap.
En dan heb ik het niet over een eventuele (wetenschaps)journalistieke controle van de wetenschap – voor zover mogelijk, maar andere discussie -, maar over het imago van de (zachte) wetenschap, volgens mij de belangrijkste zorg van Lakens. Dus inderdaad nu even alleen plat de verkoop, en niet per se de kwaliteit van de waar.
En als je doel is om aan dat imago te werken, of mensen iets bij te brengen over hoe de wetenschap werkt, is het überhaupt de vraag of je dat het best via ‘de media’ kunt doen. Stokpaardje: dat moet vooral via de school wat mij betreft, om de discussie maar ’s wat breder te trekken: https://roymeijer.wordpress.com/2011/04/04/wtc-never-ending-story/