Collega Dimmy van Ruiten en ik hebben een klein tijdje geleden een gastcollege gegeven over wetenschapscommunicatie aan bachelorstudenten van de TU. Rolf van Wegberg had ons hiervoor gevraagd: volgens hem is (wetenschaps)communicatie een belangrijk(e) onderwerp/vaardigheid om te leren – ook voor studenten. Om zijn ambitieniveau meteen maar aan te geven: met dit eerste gastcollege als voorbeeld zou hij het heel graag veel breder binnen de TU (en zelfs daarbuiten, qua ‘I have a dream’) als vast onderdeel van het (bachelor) curriculum zien. Je begrijpt: daar werken we graag aan mee!
Als ik iets met een presentatie/gastcollege doe, dan ligt de nadruk natuurlijk wat mij betreft al snel op stokpaard Doel-Doelgroep-Boodschap-Middel, en gelukkig vonden Dimmy en Rolf dat helemaal prima. Andere belangrijke aspecten van onze presentatie: het belang van wetenschapscommunicatie uitleggen, hoe staan we er eigenlijk voor, en we hebben vooral ook heel veel voorbeelden gegeven.
Het gastcollege was gekoppeld aan een praktische opdracht die ze moesten doen: verzin een manier om het project waar ze eerder tijdens het vak aan hadden gewerkt uit te leggen aan een voor hen relevante doelgroep, dus dat sloot mooi aan. We konden de Doel-Doelgroep-Boodschap-Middel basis dus mooi uitwerken met allerlei concrete voorbeelden uit de wetenschapscommunicatie: hoe ziet dat eruit, waar kun je allemaal aan denken? Naast de wat meer voor de hand liggende kranten, tijdschriften, podcasts en vlogs lieten we ook net iets meer exotische voorbeelden zien, zoals Dance your PhD, Pint of Science, STEM drag stars, en A Capella Science, maar ook bijvoorbeeld communicatie/dialoog via gedichten en Vormtaal.
Voor de evaluatie van zo’n opdracht kun je in onderwijssystemen als Brightspace – waar de TU mee werkt – zogenaamde rubrics aanmaken: een lijstje met onderdelen waaraan de opdracht moet voldoen, en wanneer je hoeveel punten krijgt voor zo’n onderdeel. Het ziet eruit als een tabel, en je kunt aanvinken hoe wordt gescoord op een bepaald onderdeel, waarna het cijfer eruit rolt.
Het ontwerpen van zo’n rubric is best een ding, zeg maar, en hoe doe je zoiets voor een onderwerp dat nog zo nieuw is in het curriculum? Gelukkig bleek dit voorwerk al gedaan te zijn! Alex Verkade had tijdens zijn aanstelling bij het Rathenau Instituut een tijdje geleden gewerkt aan een Beoordelingsinstrument wetenschapscommunicatie: ‘Dit beoordelingsinstrument moet wetenschappers helpen om aan goede wetenschapscommunicatie te (laten) doen; en het moet bestuurders en financiers helpen goede wetenschapscommunicatie te (h)erkennen en waarderen.’ Het instrument leunt ook heel erg op Doel-Doelgroep-Boodschap-Middel, dus ik was sowieso al lang fan.
Na een snelle terugblik op de opzet van het instrument stuurde ik de link door naar Rolf en collega’s: wellicht konden zij er ‘iets’ mee voor het vak. En wat bleek: het beoordelingsinstrument liet zich ook perfect, heel erg werkbaar en vrijwel één op één vertalen naar de rubrics in deze andere context met studenten. Voor de docenten was dit dus een heel fijn cadeautje, en hoefden ze dat wiel niet uit te vinden.
Rolf kwam vorige week langs en liet wat van de ingezonden opdrachten zien: podcasts, vlogs, een nagespeelde talkshow en een bordspel hadden de studenten onder andere gemaakt. Hij was erg enthousiast over wat ze hadden geproduceerd, en over wat ze – blijkbaar – hadden geleerd tijdens het vak, en dit specifieke onderdeel. Ook de rubrics gebaseerd op het beoordelingsinstrument bleken in de ‘echte praktijk’ van het nakijken meer dan prima te werken, dus bij deze, uit wellicht wat onverwachte hoek, extra kudos voor Alex!
En bij deze voor de bredere gemeenschap, en meer specifiek voor al die collega’s die ook wel eens een gastcollege geven aan studenten: ter info… 😉