Afgelopen donderdag was SciCom NL-bestuurslid Frederike Schmitz bij het Open Science Festival #OSF2022NL, om daar een lans te breken voor ver(der)gaande samenwerking tussen de Open Science Community en die van de wetenschapscommunicatie.
Een zeer terechte vraag van Jeroen Geurts verscheen op Twitter in de livetweets van SciCom NL: waarom is het zo moeilijk de universitaire wetenschapscommunicatie te betrekken bij processen als Open Science en Erkennen en Waarderen (die laatste is mijn toevoeging)? Hieronder een poging tot antwoord op die vraag, of op z’n minst een situatieschets.
In mijn beleving zijn communicatieprofessionals op een universiteit nu zijn vooral bezig met:
- interne communicatie
- scholieren-/studentencommunicatie
- communicatie met alumni
- communicatie over valorisatie
- wetenschapscommunicatie
Dat zijn allemaal verschillende communicatiemedewerkers en –adviseurs, met verschillende expertises.
In de wereld die ik zie is ‘perscommunicatie’ een groot deel van wat die laatste categorie wetenschapscommunicatie inhoudt. Persberichten schrijven en verspreiden, mediatrainingen verzorgen, helpen met opiniestukken, hier en daar wat PA, wellicht wat ‘marketing’ (en hierover gaan we nog ’s apart een enorme boom opzetten). Het gaat hierbij vooral over het primaire proces, zonder dat de communicatie echt een onderdeel van dat primaire proces is. We zijn vooral beschrijvend bezig, en komen best een eind met gewoon zenden van boodschappen (waar verder niks mis mee is).
In de wereld van de ‘wetenschapscommunicatie’ zelf is het toverwoord vooral ‘dialoog’ met allerlei soorten stakeholders/doelgroepen (yes, ik kan hier gelukkig wat Doel-Doelgroep-Boodschap-Middel in sneaken… 🙂 ). En daarin zijn journalisten juist weer niet de belangrijkste groep.
Ziedaar het probleem: de vaste universitaire wetenschapsvoorlichters hebben een duidelijk omlijnde, historische gegronde en heel erg nuttige taak, die de werkweek flink vult. Maar dat is maar een beperkt deel van het brede veld van de wetenschapscommunicatie.
Vraag: kunnen we van de corporate communicatieafdeling (waarin slechts gemiddeld twee of drie persvoorlichters per uni, schat ik zo in, qua leger aan (wetenschaps)voorlichters) verwachten/verlangen dat zij voor wetenschappers ook die dialoog gaan helpen faciliteren?
Ik heb daar zo m’n twijfels bij, volgens mij is dat echt een andere tak van sport. Zou in ieder geval een aardige kanteling van het takenpakket betekenen. Maar ik zie de laatste tijd ook een nieuw hoopvol fenomeen opduiken (voor mij dan) van ‘embedded science communicators’. Wetenschapscommunicatoren die zijn verbonden aan een vakgroep of afdeling, daar wellicht ook onderzoek bij doen, maar die ook een duidelijke communicatietaak hebben, bijvoorbeeld het faciliteren van die dialoog.
Ik denk nog steeds dat ‘ons soort mensen’ zich meer moeten laten horen bij de clubs die bezig zijn met Erkennen en Waarderen en Open Science, maar ook dat die uitgebreide (wetenschaps)communicatievraag daar niet (alleen) door opgelost gaat worden. Ik ben heel benieuwd of en hoe die embedded science communicators aan het veld gaan bijdragen. Er zitten meer uitgebreide blogs in de pen van een paar collega’s hierover, dus #staytuned…
Prima blog! Het raakt zo erg aan de gesprekken die ik ook voer of gedachten die ik heb over het scicom werk in Utrecht. Als aanvulling zou je de freelancer nog kunnen benoemen als een van de oplossingen voor capaciteitsproblemen, maar ook de embedded scicommer vind ik een goede suggestie.
cheers,
Stephan